Rome, Jeruzalem, Mekka. En Ommen.

Ommen een mondiale bedevaartplaats? In 1929 leek het werkelijkheid te zijn. Vanuit de hele wereld kwamen duizenden mensen naar Ommen om de jaarlijkse Sterkampen te bezoeken en de verwachte wereldleraar Krishnamurti te zien en te horen.
Ook Abel Sanders, de (fictieve) hoofdpersoon uit mijn roman ‘Twee Kampen’ kwam met zijn begeleiders naar het kleine stadje aan de Vecht. Meer specifiek: naar het landgoed Eerde, waar de beroemde Sterkampen werden gehouden. Dit is wat hij aantrof:

Als ik mij een voorstelling zou moeten maken van een hemel, dan kwam dit toneel me zeer bevredigend voor. Een feestelijke aanblik van tenten in een bos, wapperende vlaggen, een vrolijk gekrioel van mensen op grasveldjes, waarboven een behaaglijk zonnetje scheen. (-) Overal om me heen hoorde ik opgewekte stemmen. Waar ik ook keek, ik zag vrolijke gezichten. (-) Dit leek een Hof van Eden.’

Niet het gebruikelijke boemeltje, maar treinen vanuit heel Europa arriveren op het tijdelijke station ‘Junne’.

Een hypermoderne tuinstad.

De naam Sterkampen was ontleend aan de orde van de Ster in het Oosten, met Jiddu Krishnamurti als de ster. 1929 was het topjaar voor de Sterkampen. Zo’n 3000 deelnemers uit dertig verschillende landen kampeerden in de bossen aan de noordoostelijke helling van de Besthmenerberg.
Je zou verwachten dat kamperen in die tijd een primitieve bedoening was. Maar niets is minder waar. In de vroege jaren (1924 was het eerste kampcongres), waren de faciliteiten nog minimaal. Maar in de loop van de jaren was er dankzij een bijna perfecte organisatie sprake van een ‘campingdorp’, sommigen spraken van een ‘tuinstad’, en werden de bezoekers van alle gemakken voorzien.
Dat begon met het realiseren van een infrastructuur: een wegennet waar de plattegrond van het huidige vakantiepark Ommerland nog in te herkennen is. Vervolgens werden putten geboord, waardoor een eigen waterleidingsysteem in gebruik kon worden genomen. Zo verschenen op het kamp voldoende semipermanente douche- en toiletgelegenheden.
In 1929 was iedere tent vanuit drie hoogspanningshuisjes voorzien van een aansluiting op het elektriciteitsnet en was het zelfs mogelijk een eigen houten hut te laten plaatsen.
Abel constateerde dan ook dat je er permanent had kunnen wonen.

Veel nationaliteiten verzameld bij de lecturetent waar Krishnamurti sprak.

Van Nelle in Ommen.

Bij de inrichting en organisatie werd veelal de middenstand in Ommen betrokken, hoewel de behoudende bevolking vanaf de noordoever van de Vecht de kampen met enige reserve bekeek: ‘De dommen kommen in drommen naar Ommen’.
Vooral dankzij de invloed van Cees van der Leeuw, mede-eigenaar van de Van Nelle- fabrieken, kreeg het terrein zijn aanzien. Hij schakelde de architecten van Brinkman & Van der Vlugt in: de ontwerpers van o.a. de moderne Van Nellefabriek (tegenwoordig UNESCO-werelderfgoed!) en ‘de Kuip’, en die zorgden volgens de idee van het ‘nieuwe bouwen’ voor een postkantoor, ziekenhuisje, bibliotheek en Americain Express- bank.
Leuk om te vermelden dat dit architectenbureau ook verantwoordelijk is voor de begin jaren dertig ontworpen telefooncel, die 50 jaar lang het straatbeeld in Nederland mede bepaalde. Die is bij diverse musea, zoals het Rijksmuseum, nog te bewonderen.


De bookshop, volgens het ontwerp van Brinkman & Van der Vlugt.

Bij de centrale keuken stonden we een tijdje met bewondering te kijken naar de rails van smalspoor. Op de bosbodem was een traject aangelegd om karretjes met voedsel over het kamp te vervoeren. Op de kruisingen in het netwerk waren draaischijven geplaatst, waarop de karretjes een kwartslag konden draaien en dan weer verder in de gewenste richting werden geduwd.’

Zoiets had Abel nog nooit gezien.
Vanuit de centrale keuken (waar vegetarisch werd gekookt) werden de karretjes naar zes distributie-units geduwd, van waaruit het eten over de eettenten werd verdeeld. En dat midden in een bos…

Maaltijddistributie vanuit de centrale keuken naar de dinertents

Deelnemers aan de kampen kwamen zoals gezegd uit vele landen, de meeste trouwens uit Nederland. Daarnaast waren het veelal Zweden, Engelsen, Fransen en Duitsers, de oude vijanden van de Grote Oorlog. Nu was verbroedering de insteek…
Krishnamurti hield tijdens de week van het kamp iedere ochtend een rede in de grote tent of in de buitenlucht. `s Avonds ontstak hij het traditionele kampvuur op de plek waar zich vandaag de dag het kleine amfitheater bevindt. Daarna sprak hij een half uur lang en ‘nam een sfeer van naastenliefde en geestelijke bevrediging bezit van de toeschouwers’, aldus een ooggetuige.

Het avondlijke kampvuur.

Wereldwijde aandacht.

Gedurende de hele periode van de Sterkampen, tussen 1924 en 1938 was er grote belangstelling van de pers. Redevoeringen van Krishnamurti werden live op de radio uitgezonden, zelfs wereldwijd, waarbij moet worden aangetekend dat in de beginjaren nog niet veel mensen in Nederland een radio bezaten. Maar ook kranten besteedden veelvuldig aandacht aan Krishnamurti. Uiteraard de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant, maar ook het Algemeen Handelsblad, de Telegraaf en andere landelijke kranten en zelfs de Sumatra Post in ‘Ons Indië’. Ik vond bijvoorbeeld op Delpher.nl een artikel van het Leeuwarder Nieuwsblad dat zeer bruikbaar was voor mijn boek. Ik heb het bijna integraal overgenomen.
Een verslag uit mijn eigen Leeuwarder Courant van 5 augustus 1929:

De Sterkampen waren niet allen vanuit spiritueel/religieus idealisme aantrekkelijk. In die jaren kwam, voor hen die het zich konden veroorloven, voorzichtig het toerisme op. Het zomerse kamperen in een natuurlijke omgeving was op zichzelf een avontuur.
Eigenlijk werd zo de aanzet gegeven voor de ontwikkeling van Ommen als de toeristische trekpleister die het vandaag is.

Bronnen: zie artikel A New Age* / Foto’s: Krishnamurti Studie en Documentatiecentrum Deventer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.