In de reeks verhalen rondom mijn boek ‘Twee Kampen’ mag een introductie van Philip Dirk baron van Pallandt van Eerde niet ontbreken. Het enige dat ik daarvoor hoef te doen is zijn biografie ‘Landgoed als leerschool’ naast mijn toetsenbord te leggen en over te tikken wat schrijver en wetenschapper Joke Draaijer na jarenlang onderzoek heeft vastgelegd.
Philip werd geboren in Den Haag in 1889 als zoon van Dirk baron van Pallandt en Edith Woodward, een Engelse die niet van adel was. Philip moet veel van zijn moeder gehouden hebben wanneer je ziet hoe veel haar naam in Ommen vandaag nog te vinden is. Ten zuiden van de Vecht bijvoorbeeld, bevindt zich de ‘Edith Hof’; aan de Koesteeg bouwde Philip het ‘Edith huis’ en stichtte er een school; het huidige woonhuis draagt nog altijd die naam. Activiteiten op pedagogisch vlak bracht hij onder in de Edith-Stichting.
Philips familie was eigenaar van het landgoed Duinrell. Waar hij in 1913 het landgoed Eerde bij Ommen erfde van een achterneef, bleef Duinrell in het bezit van Philips jongere zuster. Tot vandaag is pretplek Duinrell in het bezit van haar nakomelingen.
Wanneer ik de geschiedenis van Philip beschouw, zie ik een zachtaardige, lieve man. Stond de adel vroeger bijna synoniem aan militarisme, die houding leek hem vreemd. Hoewel… Toen hij tijdens zijn jonge jaren de zomers nog op Duinrell verbleef, werd het landgoed op zijn voorspraak opengesteld voor de padvinderij. Philip had grote belangstelling voor het werk van Robert Baden- Powell, de grondlegger van scouting. In 1911 kwam het tot een ontmoeting en die resulteerde in een jarenlange band tussen de mannen. Philip leek het militaristisch karakter van de padvinderij (wat overigens in latere jaren afnam) niet van belang te vinden. Voor hem stond het sociaal- maatschappelijke aspect op de voorgrond: jongeren kansen bieden. Philips sociale bewogenheid uitte zich doorheen zijn hele leven, zoals op het gebied van scholing en persoonlijke ontwikkeling.
Tegenwoordig, vele jaren na zijn overlijden in 1979, tref je nog altijd padvinders aan in de bossen rond Eerde. Philips nalatenschap.
Zonder Philip baron van Pallandt geen Sterkampen in Nederland. Geen Krishnamurti, en wellicht had zelfs de opkomst van het toerisme naar Ommen nog jaren op zich laten wachten. Misschien waren veel van de huidige oude landschappen (wandel eens door het Eerder Achterbroek!), dankzij zijn inzet voor bescherming van de natuur, vandaag niet meer te bewonderen geweest. Ook hier liet de baron zich gelden. Gedwongen door financiële noodzaak moest hij in de loop van de tijd zijn immense landgoed (ca. 1700 hectare) in delen van de hand doen. Altijd bedong hij daarbij dat de natuurwaarden bewaakt moesten blijven. Niet voor niets was hij al in 1909 lid geworden van de jonge vereniging Natuurmonumenten. Hij kende en bewonderde de oprichter Jac. P. Thijsse, die hem een paar jaar later zelfs voordroeg voor een bestuursfunctie binnen de vereniging.
Ook hier zwom hij tegen de gebruikelijke, adellijke stroom in. Zo schafte hij rigoureus de jacht af toen hij rond 1919 in aanraking kwam met de theosofie.
In haar biografie geeft schrijver Joke Draaijer een psychologische duiding aan Philips bewondering voor gidsfiguren. Zijn leven lang heeft hij gezocht naar leiderstypen, omdat hij zich kennelijk niet sterk met zijn vader identificeerde.
Koos van der Leeuw was er een (zie mijn stuk over de Sterkampen) en de al eerder genoemde Jac. P. Thijsse en Baden-Powell. Een volgende door Philip bewonderde figuur was Krishnamurti, die hij voor de eerste maal ontmoette in Londen op een theosofisch congres. Die ontmoeting resulteerde in een levenslange vriendschap. Om het samen te vatten: Philip was zo onder de indruk van Krishnamurti en de nieuwe zienswijzen van de theosofen, dat hij, om plaats te bieden aan hun zomerse kampen, in 1924 zijn landgoed aan Krishnamurti beschikbaar stelde.
Voor Philip had deze daad eeuwigheidswaarde. Zijn bezit zou overgedragen worden aan de Eerde Foundation (met Krishnamurti als voorzitter), waarbij hij de stichting van een wereldcentrum voor ogen had dat voor altijd zou blijven bestaan, in de geest van Rome en het Vaticaan. Daarbij was het bijeenhouden van het landgoed secundaire winst. Philip voorzag waarschijnlijk dat de toenmalige adel niet in staat zou blijven om hun bezit onveranderd in stand te houden.
Zijn besluit valt te verklaren uit idealisme. Kennelijk zweefde Philip lichtjes boven de Eerder bodem en had visioenen van een wereldbroederschap vanuit de theosofische gedachte dat alles wat leeft bestaansrecht heeft. Ook behoud en bescherming van de natuur viel daar onder.
Op de Eerder Esch bouwde hij een villa voor zijn gezin, de entourage van de Orde van de Ster van Krishnamurti werkte voortaan vanuit kasteel Eerde. Tot 1929. het jaar waarin Krishnamurti de Orde ophief, de theosofie vaarwel zei en zijn inzichten onder eigen vlag wereldkundig maakte. Volgens zijn biograaf zal Philip teleurgesteld zijn geweest, maar zijn liefde voor Krishnamurti nam daardoor niet af.
Hij aanvaardde de teruggave van zijn landgoed en kasteel, een bezit dat niet eenvoudig te beheren viel, waardoor hij het in de loop van de jaren in delen moest verkopen.
Tijdens de tweede wereldoorlog is Philip, samen met een aantal bekende Nederlanders door de nazi’s als gijzelaar vastgezet in kamp Buchenwald. De leringen van Krishnamurti schijnen hem in die moeilijke periode tot grote steun te zijn geweest.
Veel kenmerken van Philip moet ik vanzelfsprekend in deze korte levensbeschrijving onderbelicht laten. Gelukkig is er het prachtige boek van Joke Draaijer dat via deze site te bestellen is (zie: een greep uit de boeken die ik las…).
https://tweekampen.nl/