Blog project ‘Jaap’

Een schrijver moet onderzoek doen.

… maar dan moet je eerst wel schrijver zijn. Ik zet na het verschijnen van mijn eerste boek inmiddels zonder al teveel schroom ‘schrijver Twee Kampen’ achter mijn naam. Ik durf het nu. Daarom durf ik ook de wijde wereld in te gaan om onderzoek te doen voor mijn volgende project, hetwelk uiteindelijk een boek moet worden: werktitel: ‘Jaap’.
Ik ben al een paar maanden aan het speuren, maar deze week 42 was ik voor het echte veldwerk op Schiermonnikoog.
Ik was verwonderd hoeveel deuren er voor je opengaan wanneer je roeptoetert dat je een boek aan het schrijven bent. Op Schier was de medewerking hartverwarmend. Het was mooi, rustig herfstweer tijdens mijn verblijf, dus dat helpt ook verwarmen.
Ik mocht de vuurtoren bezoeken en heb een uurtje of drie, met aandacht en zonder hoogtevrees, geluisterd naar een enthousiaste (zee)verkeersleider. Die wees me op oud-collega Ugo Smink, tegenwoordig erkend natuurfotograaf. Ik benaderde Ugo de volgende dag en hij zat een uurtje later met me aan de koffie in mijn logement.

Bij de Cultuurhistorische Vereniging ’t Heer en Feer (google de naam ) had Annemarth Sterringa al voorwerk gedaan. Tot in de stadsarchieven van Amsterdam was ze op zoek geweest naar informatie die me kan helpen. Ze had Jan Holwerda uitgenodigd, 86 jaar, zelf auteur, wandelende kennisbank en natuurman, die afgelopen voorjaar voor de 10e keer het eerste kievietsei op het eiland vond. Hij gaf antwoord op al mijn vragen.

Ik bezocht speciale plekken, ontmoette, snoof de zeelucht op, ervoer natuur en kunst en sliep ’s nachts als een roosje in pension Westerburen.

Met een blij gemoed en een kop vol informatie fietste ik donderdagmiddag weer naar de steiger, op weg naar mijn schrijfkamer.

21 oktober 2022

September 2022

Maanden geleden stuurde ik een mailbericht naar Rijkswaterstaat nadat ik eerst had uitgezocht onder welke rijksdienst zeeverkeerspost Schiermonnikoog eigenlijk valt.
Wekenlang was de enige respons: het bericht van bevestiging van mijn bericht. Dus nog maar weer eens een mailtje sturen, want contact krijgen via de telefoon bleek sowieso een heilloze weg. Weer weken wachten.
Uiteindelijk kreeg ik via mail een antwoord op mijn vraag. Die vraag was: informatie over de vuurtorenwachter die een hoofdpersoon moet worden in het boek dat ik wil schrijven. Mijn verzoek was aan verscheidene afdelingen gestuurd, maar men kon mij helaas niet helpen. Mijn tweede vraag, het verzoek om de toren van Schier te mogen bezoeken, werd genegeerd.
Mijn speuren op sites had echter wel een telefoonnummer opgeleverd. Een 088-nummer. Op een mooie septemberdag vatte ik moed en toetste het nummer in. Zou ik terecht komen in de krochten van de Rijksdienst? Welke nijvere ambtenaar zou ik aan de lijn krijgen? Zou die mij te woord willen staan?



Terwijl de beltoon klonk repeteerde ik mijn introductieverhaal.
‘Zeeverkeerpost Schiermonnikoog, met *****.’
Even was ik van slag. Wat was dit? De Zeeverkeerspost! Ik had de toren aan de telefoon! Gewoon een rechtstreeks nummer van de plek die ik graag wilde bezoeken.
Ik zal een beetje gestameld hebben want na mijn naam te hebben genoemd en de reden van mijn telefoontje kreeg ik meteen te horen dat ‘een bezoek aan de toren er echt niet in zit. Nee helaas, dat is niet mogelijk.’
Ik vertelde m’n verhaal, of eigenlijk het verhaal over mijn hoofdpersonen. Dat maakte indruk. ‘Een ogenblik alstublieft. Nee, ik bel u straks even terug…’ ik hoorde op de achtergrond een krakend radiobericht, ik overviel deze man gewoon tijdens zijn werk.
Maar hij hield woord, binnen vijf minuten belde hij terug en even later had ik zijn privénummer en emailadres en kon er een afspraak worden gemaakt. Ik werd van harte uitgenodigd om tijdens zijn dienst op de vuurtoren van Schiermonnikoog te komen kijken.