Abel Sanders groeide op in Hamburg. In november 1918, toen de Grote Oorlog net beëindigd was, nam zijn tante hem als achtjarige vanuit Groningen mee op een treinreis, die hij angstig en in grote onzekerheid doorstond en die hem naar zijn nieuwe woonplaats voerde. Het was al donker toen ze aankwamen op het immense station van staal en glas, waar het zelfs op het avonduur krioelde van de mensen en waar het lawaai en de verlichting onder de enorme bogen van de overkapping zorgden voor een spookachtige sfeer.
Abel is de hoofdpersoon in mijn boek ‘Twee Kampen’. Tot zijn vroege volwassenheid woont hij in het door geweld en revoluties geteisterde Duitsland. Dan maakt hij zich los van de overheersing van zijn pleegouders en reist naar Ommen, waar hij de vermeende wereldleraar Jiddu Krishnamurti ontmoet.
Een paar weken geleden reisden wij via hetzelfde traject, maar in tegengestelde richting en met moderne treinen. Eindelijk was ik in de gelegenheid om de plekken te bekijken die ik in mijn verbeelding had gezien en in mijn boek heb geschetst, maar die ik niet had kunnen bezoeken. Ik begon immers met het project ‘Twee Kampen’ in het najaar van 2019 en het boek kwam uit in augustus 2021.
Ook wij waren onder de indruk van de aanblik van het Hauptbahnhof en meer nog van de grote aantallen zwervers in de omgeving daarvan. Zo zullen er na die verschrikkelijke oorlog ook veel mensen ontheemd zijn geweest.
We bekeken de flat waar Abel woonde, Mühlenkamp 20, nieuwbouw in die jaren en onderdeel van de snelle vooroorlogse expansie van de stad. Foto’s uit de Hamburger archieven van een eeuw geleden laten een rustige Allee zien: een trammetje, een paar wandelaars en jonge bomen. Nu rende ik als een jong veulen tussen het drukke verkeer naar de overkant om de portiek te fotograferen waar Abel woonde. Ik zag het voor me hoe hij de trappen afkwam en linksaf sloeg om naar die Schule te gaan.
We fietsten rond de Alstermeren die het hart van Hamburg vormen; oases van rust en schoonheid met aan de oevers de paviljoens, en luxe villa’s langs de boulevards. Op het water vervoerden rondvaartboten toeristen en schitterden de witte zeilen van bootjes in de zon. We stapten af op de plekjes aan het water waar Abel met zijn vriendinnetje speelde en bewonderden daar het silhouet van het stadscentrum met zijn vele spitse torens. Precies zoals het moest zijn.
Daarna zochten we de St. Gertrudkirche, de grote Lutherse kerk van 1885. De aanblik van het imposante roodstenen gebouw raakte me meer dan ik had verwacht. We drentelden een rondje om de kerk, maakten foto’s en stonden regelmatig stil om dit wonder in ons op te nemen. Een jonge vrouw parkeerde net haar fiets naast de onze toen we weer bij de stalling kwamen. Terwijl ze haar fiets op slot zette sprak ze ons aan en vroeg of we binnen wilden kijken. Ze opende de deur van de grote hoofdingang en sprakeloos volgde ik haar, net als Abel in mijn verhaal geïmponeerd omhoog kijkend toen hij achter zijn pleegouders voor de eerste keer de kerk betrad.
Tientallen keren ben ik voor publicatie door mijn boek gegaan om te corrigeren, toe te voegen of te schrappen. Hoe vaak ben ik door die grote deur achter de kleine Abel aan gelopen? Nu zat hij op mijn schouder en bezorgde me rillingen…
Pastorin Christine Cornelius vroeg naar de reden van onze belangstelling en in stamelend Duits vertelden we het verhaal van ‘Twee Kampen’. De Pastorin sprak uitstekend Engels en vroeg of er ook een Duitse of Engelse vertaling van het boek bestaat. Ze toonde ons een kleine expositie over de geschiedenis van de kerk. We bekeken het indrukwekkende interieur, het koor, de kansel waarop een bange Abel de zwarte roek zag die met zijn armen zwaaide en met gedragen stem vreeswekkende woorden over de kerkbezoekers uitstortte. Woorden die Abel niet begreep.
Voordat we afscheid namen verdween de Pastorin even om terug te komen met twee boeken over de historie van de kerk. Een geschenk voor de schrijver van Twee Kampen, ik was vereerd.
Toen we een tijdje later weer buiten stonden en de Pastorin fietsend uit het zicht verdween, stond ik voor de kerk met betraande ogen.
De sporen van de roerige jaren voorafgaand aan WO2, de tijd die Abel als kind in de stad doorbracht, zijn nauwelijks nog zichtbaar. Hamburg is vanzelfsprekend veranderd, maar de scenes in Twee Kampen kunnen gemakkelijk in het huidige decor gevisualiseerd worden.